Oktober 44, 659 mannen weggevoerd... slechts 48 keerden terug

Spullen kunnen we teruggeven maar levens niet'

Nabestaanden van acht Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen in nazi-concentratiekampen hebben deze week in Duitsland eigendommen van hun familieleden gekregen. Het gaat om bezittingen als foto's, Portefeuilles en documenten die daar in zaten. "We kunnen de spullen wel teruggeven, maar de levens niet."

door Roel Kleine

Foto Gert van Dompseler

BAD AROLSEN - Willem Dorgelo (87) toont zich ontroerd als hij, 64 jaar nadat zijn broer Johannes in het Duitse concentratiekamp Neuengamme is gestorven, de portemonnee van zijn broer onder ogen krijgt. De huidige inwoner van Apeldoorn kan het amper bevatten dat vele jaren later het kleinood van zijn broer is opgedoken in het holocaustarchief in Bad Arolsen in de Duitse deelstaat Hessen. Hij zit samen met de zoon van de overledene aan een tafeltje in een van de zalen van het grootste holocaustarchief ter wereld dat sinds eind vorig jaar voor wetenschappers is geopend. Zoon Johan(63), nu woonachtig in Hoogeveen, heeft zijn vader niet persoonlijk gekend. Hij werd anderhalve maand nadat zijn verwekker door de Duitse bezetter in oktober 1944 vanuit Putten op transport werd gezet naar Nazi-Duitsland, geboren. Voor Johan is het het dan ook een heel andere ervaring om de sterk verouderde persoonlijke bezittingen van zijn vader in handen te hebben. Hij is nuchterder over de eigendommen die destijds door de kampleiding van zijn vader werden afgenomen. In de gerafelde portefeuille zit onder anderen een aantal nota's uit de bakkerij die de toen 34-jarige fffJohannes Dorgelo aan de Postweg in Putten bestierde. Kort voor de oorlog, in 1939 om precies te zijn, was Dorgelo vanuit Gramsbergen met zijn gezin naar Putten op de Veluwe verhuisd. Vijf jaar later werd ook hij het slachtoffer van de razzia in het Veluwse dorp waarvan als gevolg meer dan 600 mannen tussen de 18 en 50 jaar werden afgevoerd naar concentratiekampen in Duitsland. Zoals bekend keerden slechts enkele tientallen Puttenaren terug naar hun woonplaats op de Veluwe. Het merendeel stierf onder erbarmelijke omstandigheden in verschillende kampen. Het drama leeft nog steeds onder een groot deel van de inwoners van Putten, maar ook van de nabestaanden die er niet meer woonachtig zijn.

Zoals dus de broer van Johannes die eind vorig jaar een telefoontje kreeg van de Stichting Oktober 44 uit Putten die de Apeldoorner verwittigde van de vondst in het Duitse archief. Daaraan gekoppeld werd de uitnodiging om samen lotgenoten naar Bad Arolsen te reizen en er de persoonlijk eigendommen van broer Johannes in ontvangst te nemen.
Nadat eerst twee families uit Nijkerk en Arnhem samen met een tv-ploeg van Netwerk (uitzending volgende week) in een aparte zaal de de spullen van de razzia-slachtoffers na 64 jaar terugzien, is het de beurt aan de Dorgelo's om diezelfde ruimte te betreden. Een medewerkster van het archief haalt voorzichtig de documenten uit een transparante plastic map. Zo is al te zien dat er een bruine, ietwat gerafelde, portefeuille in zit. Maar eerst worden enkele andere documenten getoond zoals het arrestatiebevel en de papieren waarop de aankomst van Dorgelo in de kampen Amersfoort en vervolgens Neuengamme(ten zuiden van Hamburg) wordt bevestigd. De Dorgelo's horen de uitleg van de archiefmedewerkster geduldig aan, terwijl boven hun hoofden een langwerpige microfoon heen en weer zwaait en er een camera op hun hoofden is gericht. Als tenslotte de portemonnee wordt 'gelicht' nemen de twee mannen het antieke exemplaar voorzichtig in hun handen. De inhoud, een persoonsbewijs en enkele rekeningen, worden aan korte maar grondige inspectie onderworpen. "Er zit nog een rekening bij van de plaatolie voor de bakkerij die hij destijds heeft gekocht", zegt broer Willem over de inhoud van de portemonnee. "Ja", geeft hij toe, "Ik ben toch wel ontroerd als ik dat na zoveel jaren in mijn handen heb. Het doet iets met je, je gedachten schieten van links naar rechts", aldus Dorgelo.
Hij was toch al zeer verbaasd te zijn dat er na 64 jaar 'iets concreets' van zijn in Neuengamme omgekomen broer boven water is gekomen. "Ik ben het natuurlijk niet helemaal vergeten wat er toen is gebeurd", meldt de Apeldoorner die nadat zijn broer naar Duitsland was weggevoerd, enige tijd zelf assistentie verleende in de bakkerij te Putten.

De Dorgelo's zijn niet de enigen die op uitnodiging van de stichting Oktober 44 in het holocaustarchief persoonlijke zaken van de overleden dierbare verwanten komen ophalen. Acht families reisden deze week in een bus naar Bad Arolsen, een van de weinige plaatsen die in de oorlogsjaren amper werd getroffen door bombardementen en zo weinig schade opliep. Het is ook een van de redenen waarom de oorlogsarchieven uit de concentratiekampen vanuit het wel zwaar gehavende Frankfurt naar het vrijwel ongeschonden Bad Arolsen werden overgebracht. In de onmiddellijke nabijheid van het slot waar koningin Emma enige tijd woonde werden gebouwen gevonden waar de tientallen miljoenen documenten konden worden ondergebracht. Aanvankelijk waren het alleen de nabestaanden van oorlogsslachtoffers die in de archieven mochten kijken. Sinds 1 november van het afgelopen jaar is het ook toegestaan dat wetenschappers er onderzoek mogen verrichten. Al ruim voor de datum dat de openstelling een feit werd had het bestuur van de stichting Oktober 44 al geïnformeerd naar de mogelijkheid om er ook onderzoek te doen naar de razziaslachtoffers.
Opmerkelijk snel werd aan dat verzoek voldaan en zo ging al voor de officiële openstelling een delegatie van de stichting naar Bad Arolsen. Enkele dagen speurwerk in het archief leverde al verrassende vondsten op. Enkele families en zelfs een nog in leven zijnd razzia-slachtoffer konden zo al in september persoonlijke bezittingen zoals portemonnees en foto's in hun bezit.

Maandenlang hebben medewerkers van het archief vervolgens onderzocht van wie er nog meer spullen in de laden en kasten zouden liggen. Dat bleken in ieder geval nog zeventien families te zijn die door de Puttense stichting van deze ontdekkingen op de hoogte werden gebracht. En de nabestaanden werd een georganiseerde reis in het vooruitzicht gesteld. Die vond begin deze week plaats. De leiding van het archief was zeer ingenomen met het Nederlandse bezoek. Zo kon na jaren van hard werken achter min of meer gesloten deuren eindelijk iets getoond worden van het immense speurwerk. Ook de Duitse media bleek geïnteresseerd in de 'tragedie van Putten' die in oktober 1944 plaatsvond. Radio- en televisieploegen, maar ook de schrijvende pers waren rijkelijk vertegenwoordigd in Bad Arolsen om verslag te doen van het oorlogsdrama op de Veluwe en nu de teruggave van de persoonlijke eigendommen.
Doch de directeur Reto Meister van de Internationale Suchdienst(ISD), zoals het archief officieel heet, voelde goed aan dat met de teruggave van de bezittingen de open wonden niet geheeld kunnen worden.


"De spullen kunnen we wel, maar de levens niet meer teruggeven", klonk het verontschuldigend aan het slot van het bezoek.

Stichting Oktober 44
Midden Engweg 1
3882 TS Putten

Design by Acadia