Oktober 44, 659 mannen weggevoerd... slechts 48 keerden terug

Teunie Kleijer was 5 jaar oud toen Putten werd getroffen door de razzia. Ze herinnert zich nog de angst op het gezicht van haar vader toen hij terugkwam uit de kerk. Haar herinneringen aan de oorlog heeft ze opgeschreven


Zondagmorgen

Het was zondagmorgen en zoals elke zondag ging mijn vader op de fiets naar de kerk. Omdat mijn moeder ziek was en altijd op bed lag, was ons buurmeisje Harmpje Schuit bij mijn moeder, mij en twee jongere broertjes, zodat mijn vader naar de kerk kon. Al gauw kwam hij weer terug en zei dat hij gehoord had dat er een razzia kwam. Ik was pas 5 jaar maar toch zie ik mijn vader nog zo terugkomen uit de kerk en de angst op zijn gezicht. Harmpje stopte toen gauw zijn fiets onder het hooi in de schuur, en mijn vader ging naar binnen naar mijn moeder en vertelde wat hij gehoord had. Waarop mijn moeder zei: ‘kruip maar gauw onder mijn bed’. Ze mocht helemaal niks doen van de dokter want ze had een ontsteking aan het hartvlies. Toch heeft ze nog het bed proberen op te beuren zodat mijn vader er onder kon kruipen.

Krank


Hij lag er nog maar net onder toen er al een Duitser binnenkwam. Hij had eerst Harmpje al ondervraagd buiten waar die man met die fiets gebleven was. Op de kruising Oude Nijkerkerweg Matseweg stonden de Duitsers al om de mannen tegen te houden die uit de kerk zouden vluchten. Want daar werden alle mannen al vastgehouden. Ze keken met een verrekijker en konden zo zien wat er gebeurde. Maar Harmpje kon ze niet verstaan en haalde haar schouders op. Hij keek in de slaapkamer en zag daar mijn moeder liggen en de medicijnen die op het nachtkastje stonden. Ze zei dat ze krank was. De Duitser ging weer weg want ze hadden een hekel aan zieke mensen. Mijn vader is daar de hele dag en nacht blijven liggen. Zo werd het leven van mijn vader gespaard. Wat een angst met een zieke vrouw en drie kleine kinderen.
Nooit weer gekomen



Diezelfde dag werd er nog een buurjongen doodgeschoten vlak bij ons huis. Ze zagen hem rennen en schoten achter ons huis langs op hem. Voor hem was het te laat. Ook een broer van mijn vader en een broer van mijn moeder zijn meegenomen. De broer van mijn vader is later teruggekomen maar kon er nooit over praten. Hij is op 8 April 1945 uit een transporttrein gesprongen en belande in de buurt van Hannover in een schuilkelder. Op 17 mei was hij weer thuis. De broer van mijn moeder is nooit weer gekomen. Hij is op 6 december 1944 te Versen overleden en later herbegraven op het Nederlands ereveld te Osnabrück.  Later ben ik zelf naar Osnabrück geweest om zijn graf te bezoeken.

Geschreven door Teunie Kleijer van de Kamp, 2019

Stichting Oktober 44
Midden Engweg 1
3882 TS Putten

Design by Acadia