Hamburg – Hammerbrook, Spaldingstrasse 156 – 158
Hamburg is één van de steden die in de Tweede Wereldoorlog grotendeels verwoest is door geallieerde bombardementen. Vernietigend zijn de geallieerde bombardementen geweest in de periode van 24 juli tot 3 augustus 1943. Met als doel om de Duitse bevolking te demoraliseren, bombardeerde de Britse Royal Air Force meerdere nachten achtereen de woonwijken in Hamburg. Overdag bombardeerde de US Air Force de U-boot werven en industriegebieden. Tijdens deze operatie, genoemd Operatie Gomorrha werd een groot deel van de stad Hamburg in de as gelegd. Meer dan 35.000 mensen stierven in de vlammen, onder hen ook duizenden buitenlandse dwangarbeid(st)ers en meer dan 5000 kinderen.
Bijna een miljoen mensen vluchtten uit de stad, het aantal gewonden en zwaargewonden bedroegen meer dan 120.000.
Het zwaarst getroffen werd Hamburg-Oost. De wijken Hammerbrook, Rothenburgsort, Horn en Hamm werden vernietigd door de vuurzee. Deze wijken werden tot Spergebied verklaard.
Voor het bergen van lijken, het opruimen van ‘blindgangers’ en het puinruimen werden gevangenen van het KZ Neuengamme ingezet. Deze gevangenen werden ondergebracht aan de Brackdamm (2. SS-Baubrigade en een Bombensuchkommando met 900 gevangenen vanaf augustus 1943) en later ook in het buitenkamp Spaldingstrasse (2000 gevangenen) en Bullenhuser Damm (tot 1000 gevangenen).
Het gebouw aan de Spaldingstrasse 156 – 158 wordt omschreven als kantoorgebouw en maakt deel uit van een sigarenfabriek. Dit buitenkamp werd in oktober 1944 opgezet. De werkzaamheden vielen onder de verantwoordelijkheid van de “Aufräum- und Behelfs-baukommandos der Hamburger Bauverwaltung” onder leiding van de Senats-syndikus Wilhelm Tegeler.
De gevangenen van de Spaldingstrasse werden voornamelijk ingezet bij het slopen en opruimen van bouwvallige stukken gebouw die na de bombardementen nog overeind stonden. De gevangenen werden de, veelal wankele ruïnes opgejaagd met een touw bij zich. Dit touw moest bevestigd worden aan de bouwval of diende om een ander, sterker touw op te hijsen. Dat werd aan het stuk muur bevestigd. Na bevestiging was het zaak om zo snel mogelijk naar de werkploeg op straat te komen, want er was altijd een reden om ontzettende haast te maken met het omtrekken van de resten van hetbouwwerk.
Op straat was een groep gevangenen (ca. 100 man) ingedeeld om aan het touw te trekken.
De lengte van het touw was, zoals het in het kampsysteem paste, nooit lang genoeg om veilig te werken. Er vielen dus altijd slachtoffers onder de gevangenen als er een stuk gebouw werd omgetrokken. Daarbij waren ook de gevangenen, die niet op tijd beneden waren gekomen.
Nadat de grote brokken puin op straat lagen, moesten die worden verkleind en vervolgens moesten de stenen worden afgevoerd. De regel was, dat er tien stenen tegelijk gedragen moesten worden. Het buitenkamp Spaldingstrasse werd 17 april 1945 opgeheven. De nog aanwezige gevangenen werden op transport gesteld naar Sandbostel.
Vanaf oktober 1944 zijn ook Puttenaren tewerk gesteld in Hamburg Hammerbrook en ondergebracht in buitenkamp Spaldingstrasse. Ruim twintig Puttenaren zijn bij deze werkzaamheden omgekomen. De meeste van deze omgekomen Puttenaren zijn begraven op begraafplaats Ohlsdorf. Dit kerkhof is op 1 juli 1877 geopend en behoord tot één van de grootste kerkhoven ter wereld. Veel graven en gedenktekens herinneren aan de slachtoffers van het nationaal-socialisme. Verzetsstrijders, slachtoffers van bombardementen, krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie, Nederlandse, Poolse en vele andere slachtoffers zijn hier begraven. Aan de buitenrand van het kerkhof zijn ongeveer 3.500 slachtoffers uit 28 verschillende landen begraven, die als KZ-gevangene of dwangarbeider onder het Nazi-regime in Hamburg gestorven of vermoord zijn.
Aan het einde van de oorlog werden de doden van KZ Neuengamme en buitenkampen van het KZ lang niet allemaal meer gecremeerd. Vanaf januari 1945 tot 4 mei 1945 zijn op Ohlsdorf 715 bij naam bekende gevangenen van de in Hamburg gelegen buitenkampen begraven.
Een van deze bij naam bekenden is Willem Willemsen. Willem Willemsen heeft in het buitenkamp Spaldingstrasse gezeten en is op 28 december 1944 gestorven en op de begraafplaats Ohlsdorf begraven.
Op onze jaarlijkse reis naar Neuengamme in oktober 2005 heeft een zoon van Willem Willemsen samen met zijn vrouw een bloemstuk gelegd bij de Nederlandse steen op het terrein van het KZ Neuengamme. De heer Willemsen en zijn vrouw waren tot dat moment in de veronderstelling dat hun vader was omgekomen in Neuengamme en aldaar was gecremeerd. Door gesprekken onderweg in de bus en achteraf nazoeken van gegevens o.a. op de website van de Stichting Oktober 44 bleek dat de vader van de heer Willemsen niet omgekomen was in KZ Neuengamme, maar in Hamburg Hammerbrook en begraven was in een eigen graf op Ohlsdorf.
Na 61 jaar heeft de familie Willemsen het graf van hun vader gevonden. Een emotionele gebeurtenis. De familie Willemsen is kort na ons bezoek aan Neuengamme teruggegaan naar Hamburg en heeft voor het eerst het graf van Willem Willemsen kunnen bezoeken.
Pieter Dekker,
Maart 2005
Bronvermelding:
Neuengamme bulletin, oktober 2005, Het Buitenkamp Spaldingstrasse 156 – 158, J. van Roon
Gedenkstätten in Hamburg. Ein Wegweiser zu Stätten der Erinnerung an die Jahre 1933-1945